Kwelwater kan dijkdoorbraken veroorzaken
07 december 2022 

Kwelwater kan dijkdoorbraken veroorzaken

Kwelwater kan naar boven komen bij hoge waterstanden in een rivier.

Het kwelwater komt dan onder de dijken door en vormt gevaar voor dijkdoorbraken.

Dit noemen we met een engels woord ook wel “piping”.

Water stroomt door een zandlaag onder de dijk door en komt achter de dijk naar boven, er ontstaat een wel.

Het water dat onder de dijk doorstroomt neemt zand mee en zet dit af op de slootbodem of op het maaiveld achter de dijk, dit is een zandmeevoerende wel.

Er ontstaat een pijp. De lengte van de pijp is afhankelijk van het verval over de dijk.

Bij een bepaalde lengte van de pijp neemt de erosie progressief toe, dit komt omdat de weerstand door de toename van de pijplengte afneemt.

Als er een verbinding met het buitenwater is gevormd gaat het water sneller stromen en neemt nog meer zand mee, de ontstane holte onder de dijk kan zo groot worden dat de dijk gaat verzakken; dit kan tot doorbraak leiden.

Piping moet dus echt op tijd worden gestopt om dijkdoorbraak te voorkomen.

Tegenwoordig spoort men met een drone kwelwater-gevaar op in de polders achter onze mooie Hollandse dijken en zo’n kwel kan op moeilijk begaanbare plaatsen ontstaan.

Het geforceerd stoppen van piping gebeurt meestal door lokaal bij het uittreepunt van het water lokaal de waterstand te verhogen (opkisten van de wel).

De naam "opkisten" komt omdat men er vroeger een houten kist omheen plaatste. In plaats van een kist werd ook wel een ton gebruikt, een welton.

Tegenwoordig gebeurt het meestal met zandzakken of, zoals je ziet bij onze test in de proeftuin van T.U. Delft met moderne Slurpzakken.


Over de schrijver
Co-founder van Slurpzak en adviseur op het gebied van bestrijden van wateroverlast en de inzet van flexibele waterkeringen.
Reactie plaatsen